EBBE: ‘sterk en dapper als een everzwijn’ / bewustwording van het proces / bijzettafel
Een lange bijzettafel met een zelf gedroogd stuk huid van een wild everzwijn, als tafelblad. De gedroogde huid rust op een geheel van staal en is bedekt met een glazen plaat.
/ Een ontwerp waarbij vooral het (droog)proces waarde toevoegde.
(2022, Mechelen)
1.00

2.00

3.00

4.00

_
HET DROGEN – het vel werd met een bot mes ontdaan van de laatste laag vlees en daarna gedroogd. [afb. 1.00-4.00]
1. Zoutlaag [+- 24u] 2. Aluinbad [5 dagen] – benodigdheden: 5l water, 200 gr zout, 250 gr aluin 3. Drogen in droge ruimte [+ 14 dagen] – [afb. 4.00]
_
[De huid van EBBE werd gedroogd, niet gelooid. Het looiproces vraagt meer tijd en techniek]
[HET LOOIEN]
‘Leer is gelooide huid van dieren. Het productieproces, waarbij het leer als eindproduct tot stand komt bestaat uit diverse bewerkingsgangen. Voordat het leer gebruikt kan worden, wordt het gelooid*. Daarmee wordt de huid vrijwel onbeperkt houdbaar. *Leerlooien is een werkwijze om van de huid van dieren leer te maken voor kleding, schoeisel of andere toepassingen door middel van een looistof. Door het looien worden de eiwitten in de huid onoplosbaar gemaakt.’ (De vrije encyclopedie, 2022)
[HET VEGETAAL LOOIEN]
‘Overzicht van de gebruikte planten, waarvan de bladeren, de takken, de vruchten, de zaden en soms de wortels gebruikt werden bij het looien.
Men gebruikt de schors en onrijpe vruchten.
– Salix alba, daarvan gebruikte men de takken en bladeren.
– Salix caprea, de bladeren, de schors en de takken.
– Sorbus aucuparia,wilde lijsterbes, de takken, de bladeren en de onrijpe bessen.
– De bladeren van de rozelaar.
– Fagus, beuk, de bladeren en de schors.
– Carpinus, hagenbeuk, de takken, de bladeren en de schors.
– De bladeren van de eik.
– De bladeren van de els.
– De mispelboom, de bladeren, takken en de onrijpe vruchten.
– Ledum rosmarinifolio, Rosmarinus sylvestris, wilde rozemarijn, de takken.
– Cornus mas, wilde kornoelje, de bladeren, de takken en de zaden (gelijken op bikkels), maar dienden gepeld te worden.
– Acetosa pratensis, zuring, de wortels en het zaad werden gebruikt.
– Lapathum maximum aquaticum,waterzuring, de bladeren, wortels en zaden.
– Nymphaea lutea, gele plomp, enkel de wortels.
– De schors van de kastanjeboom, de populier en notelaar.
De planten waarvan enkel de bloemen, de bladeren van de bloemen gebruikt werden bij het looien.
– Salicaria vulgaris purperea (purper wilgenkruid)
– Lysimachia purperea spicata (wederik)
– Ulmaria(moeraspiraea)
– Persicaria salicis folio potamogeton angustifolium dicta (duizendknop)
– Caryophyllata vulgaris (nagelwortel)
– Caryophyllata aquatica
– Potentilla (ganzerik)
– Quinquefolium (vijfvingerkruid)
– Horminum (drakenbek)
– Agrimonia
– Equisetum arvense (heermoes)
– Equisetum palustre
– Alchimilla vulgaris (leeuwenvoet)
– Muscus pulmonarius (longenkruid)
– Muscus quernus (eikenmos)
– Lysimachia lutea major (grote gele vederik)
– Vaccinium (blauwe bessen)
– Rubus vulgaris (zacht behaarde braam)
– Fragaria vulgaris (aardbei)
– Filipendula (knolspiraea)
– Sparganium (egelskop)
– Filago seo (viltkruid)
– Geranium sanguineum (ooivaarsbek)
– Plantago (weegbree)
– Hypericum officinarum (alruin)’
(H. Demiddele, 2014)
_

Kras Collectie, links: EBBE, rechts: SAL. _ foto Katoo Peeters

Kras Collectie, links: EBBE, centraal: A stool, rechts: SAL. _ foto Katoo Peeters